De luchtsprong Even leek de hemel zich te ontsluiten voelde hij zich boven bijna niet te stuiten welhaast zwevend In die immense ruimte vol van dromen en drommen wolken er ’s nachts sterren schijnen tegen het zwart telkens weer springen om dat gevoel te houden en zwevend te leven Hij kijkt dromerig lijkt veel te hoog alleen maar neer te kijken alsof alles hem bedroog wat beneden was Een sprong in de lucht zo’n zwevende zucht aan ieders horizon Zijn oog op de zon dus hun woorden gerucht en niets geducht